-
1 barrer
barrer [baaree]3 doorhalen ⇒ doorstrepen, een streep halen door♦voorbeelden:1 (af)nokken ⇒ pleite gaan, aftaaien♦voorbeelden:1 on se barre? • gaan we?barre-toi! • maak dat je wegkomt!1. v1) versperren, afsluiten2) dwarsbomen3) doorhalen, doorschrappen4) kruisen [cheque]5) sturen, aan het roer staan2. se barrervpleite gaan, aftaaien -
2 barre
barre [baar]〈v.〉1 staaf ⇒ stang, balk4 balie6 streep ⇒ grens, drempel♦voorbeelden:assommer qn. à coups de barre • iemand doodknuppelenbarre d'espacement • spatiebalkbarre de fermeture • sluitboombarre fixe • rekstokbarres parallèles • brug met gelijke leggers〈 figuurlijk〉 prendre la barre, tenir la barre • de leiding nemen, aan het roer staanparaître à la barre • voor de rechter verschijnen6 le chômage a franchi la barre des 10% • de werkloosheid heeft de grens van 10% overschredenbarre oblique • slashf1) staaf, stang2) baar3) reep [chocolade]4) helmstok5) rechtbank6) streep, grens7) schrap, doorhaling
См. также в других словарях:
Schiff — 1. Alle Schiffe sind gut, so lange sie auf der Werft liegen. Die Russen: So lange das Schiff auf der Werft ist, lobt es der Narr, wenn es vom Stapel lief, lobt es der Weise. (Altmann VI, 440.) 2. An Schiffen und Frauen ist immer was zu flicken. 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon